Presentaties
De hoofdtelefoon bevat vier standaardpresentaties en twee presentaties die u
kunt wijzigen:
•
Alle afb.
toont alle afbeeldingen die zijn opgeslagen in de map
Grafisch
.
•
Alle teksten
toont alle tekstbestanden die zijn opgeslagen in de map
Teksten
.
•
Mijn show1
en
Mijn show2
zijn presentaties die door de gebruiker kunnen
worden gedefinieerd en waarvan de inhoud kan worden gewijzigd.
•
Digit. klok
toont een digitale klok met de huidige tijd.
33
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
•
Anal. klok
toont een analoge klok met de huidige tijd.
Presentaties weergeven en beheren:
1. Selecteer
Menu
>
Galerij
>
Shows
.
2. Selecteer de gewenste presentatie en selecteer een van de volgende opties:
•
Openen
om een lijst met presentatiebestanden te openen.
•
Afb. selecteren
om nieuwe afbeeldingen toe te voegen aan een aanpasbare
presentatie. Blader door de lijst en markeer alle afbeeldingen die u wilt
toevoegen door op
Markeer
te drukken. Als u een selectie ongedaan wilt
maken, drukt u op
Niet mrk.
. Druk op
OK
als u klaar bent en sla de
wijzigingen op.
•
Tekst selecteren
om nieuwe tekstbestanden toe te voegen aan
een aanpasbare presentatie. Blader door de lijst en markeer alle
tekstbestanden die u wilt toevoegen door op
Markeer
te drukken. Als u een
selectie ongedaan wilt maken, drukt u op
Niet mrk.
. Druk op
OK
als u klaar
bent en sla de wijzigingen op.
•
Open in volgorde
om de presentatie weer te geven.
•
Wissen
om alle afbeeldingen in een aanpasbare presentatie te verwijderen.
•
Afb.modus inst.
om de geselecteerde presentatie weer te geven in de
afbeeldingmodus.
•
Interval afb.
om op te geven hoeveel tijd moet verstrijken voordat het
volgende bestand in de presentatie wordt weergegeven. Selecteer een van
de standaard time-outs of selecteer
Anders
. Als u
Anders
hebt geselecteerd,
voert u de gewenste time-out in. Druk herhaaldelijk op
of
totdat
34
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
het juiste cijfer wordt weergegeven. Selecteer
Volgende
om naar het
volgende cijfer te gaan en selecteer
OK
om af te sluiten.
•
Stand afb.
om in te stellen of de presentatie moet
worden weergegeven aan anderen (1) of aan
uzelf (2).
•
Sorteren
om de afbeeldingen te sorteren.