Bluetooth-verbindingen
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de
achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
U kunt draadloze Bluetooth-technologie gebruiken om de hoofdtelefoon te
verbinden met andere compatibele apparaten. Via deze verbinding kunt u
afbeeldingen en visitekaartjes verzenden en ontvangen.
Voordat u verbinding met een compatibel apparaat tot stand kunt brengen, moet
u het apparaat eerst afstemmen op de hoofdtelefoon. Als dit voor het apparaat
vereist is, moet u de toegangscode van het apparaat opgeven om af te kunnen
stemmen. U kunt maximaal tien apparaten afstemmen op de hoofdtelefoon.
Wanneer u probeert om verbinding te maken met een apparaat waarop u al bent
afgestemd, is geen toegangscode vereist.
Er kan één audioverbinding en één gegevensverbinding tegelijkertijd actief zijn.
Wanneer u de hoofdtelefoon inschakelt, wordt automatisch geprobeerd om
verbinding te maken met het standaardapparaat (het eerste apparaat waarop de
hoofdtelefoon werd aangesloten toen deze voor het eerst werd gebruikt). Als de
hoofdtelefoon geen standaardapparaat vindt of als het standaardapparaat de
verbinding afwijst, probeert de hoofdtelefoon verbinding te maken met het laatste
apparaat waarmee het was verbonden.
36
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Bluetooth
en selecteer een van de volgende
opties:
•
Bluetooth
om Bluetooth in of uit te schakelen.
Bluetooth is automatisch actief als u het apparaat inschakelt. Zelfs als u
Bluetooth uitschakelt, wordt de functie automatisch ingeschakeld om
afbeeldingen of visitekaartjes over te brengen. Als u een verbinding tussen een
extern apparaat en de hoofdtelefoon tot stand wilt brengen, moet Bluetooth
actief zijn.
•
Bluetooth-apparaten zoeken
om te zoeken naar compatibele apparaten en
daarmee verbinding te maken. In het display van de hoofdtelefoon worden de
gevonden apparaten weergegeven. Wanneer het gewenste apparaat wordt
weergegeven, drukt u op
Stop
en selecteert u het apparaat.
Als het apparaat nog niet eerder op de hoofdtelefoon werd afgestemd en een
toegangscode vereist is, vraagt de hoofdtelefoon naar de toegangscode. Voer
de toegangscode voor het apparaat in om de verbinding te activeren. Zie
Bluetooth-toegangscode
op pagina
7
voor informatie over het intoetsen van
cijfers.
•
Actief apparaat
om informatie weer te geven over het apparaat waarop de
hoofdtelefoon momenteel is aangesloten. Selecteer
Opties
>
Verbreek verb.
om de verbinding te verbreken.
•
Gekoppelde apparaten
om een lijst weer te geven met de apparaten die op de
hoofdtelefoon zijn afgestemd. U kunt op maximaal tien apparaten tegelijk zijn
afgestemd.
37
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
Als u een afstemming wilt wijzigen, selecteert u deze en selecteert u
Opties
>
Paar verwijderen
>
OK
.
•
Instellingen Bluetooth
om extra instellingen te definiëren.
Selecteer
Waarneembaarh. mijn hoofdtel.
om de apparaten te definiëren
waarvoor de hoofdtelefoon zichtbaar is. Als u
Waarneembaar
selecteert, is de
hoofdtelefoon zichtbaar voor alle apparaten die draadloze Bluetooth-
technologie gebruiken. Als u
Verborgen
selecteert, kunnen alleen de apparaten
waarop u bent afgestemd de hoofdtelefoon zien, hoewel u op de hoofdtelefoon
wel alle compatibele apparaten kunt zien.
Selecteer
Naam mijn hoofdtelefoon
als u de naam wilt wijzigen die wordt
gebruikt om te worden herkend door compatibele apparaten. Zie
Schrijven met
de teksteditor
op pagina
19
voor informatie over het intoetsen van letters en
cijfers.
Wanneer andere apparaten verbinding proberen te maken met uw hoofdtelefoon,
wordt een bericht in het display weergegeven. Druk op
Accept.
om de verbinding
te accepteren of op
Weiger
om de verbinding te weigeren.